Baldadige kat.
De kat rent heen en weer, springt op het meubilair en maakt rare sprongen. De staart steekt omhoog en is dik. Hij is aan het ravotten.
Omgang,
De kat laten uitrennen en hopen dat het meubilair heel blijft.
Gestreste kat.
De kat is gestrest en helemaal niet helemaal op z'n gemak. Hij heeft een lage zit en is door de poten gezakt. De staart zit om het lichaam gevouwen. Katten in het asiel zitten vaak zo. Katten kunnen deze houding ook aannemen als ze zich niet lekker voelen.
Omgang,
Houd de kat goed in de gaten. Als zijn gedrag niet veranderd, ga dan naar de dierenarts.
Geergerde kat.
De kat concentreert zich al een tijdje op iets (een prooi of andere kat). Het puntje van zijn staart beweegt snel heen en weer. Hij maakt een kort klagerig geluid.
Omgang,
De kat met rust laten en laten kalmeren.
Geinteresseerde kat,
De kat is erg geinteresseerd. Hij begroet je, maar voelt zich enigszins onzeker. Zijn staart staat recht omhoog, met het puntje gebogen.
Omgang,
Groet de kat terug en aai hem.